Wednesday 17 July 2013

Het realisme van Jan Sluyters

Het werk van Jan Sluijters getuigt van grote levenslust

column nr 265 dd 17 juli 2013

Je wordt er niet vrolijk van als de moeder van de Roemeense gangsters een negental schilderijen van de Kunsthal in de fik heeft gestoken. Uit het oogpunt van haar moederrol is het wel te begrijpen, maar van de andere kant toont het ook weer eens aan, hoe betrekkelijk beroemdheid is en in de kunstwereld telt al van oudsher dat "Alles van waarde, kwetsbaar".  De vorige column duidde al dat veel kunst beslist geen eeuwigheidswaarde heeft. Dan gaan er veel weken over heen en dan ineens meldt de pers weer, dat die moeder inzake dat verbranden van die schilderijen alles ontkent. Ja, is de pers dan sensatie aan het scheppen? En waar zijn dan die schilderijen ????
Jan de Vries schreef een essay voor de kunstcatalogus van de Jan Sluijters expositie enige tijd terug in Singer Laren. De persoon Jan de Vries is voor mij een onbekende . Is hij historicus, kunsthistoricus, connaisseur.U mag het mij melden op j.j.jong@quicknet.nl
Hij schreef in zijn essay enkele markante zaken in zijn visie op zijn bloeiperiode 1925-1957: Sluijters; retour a l "ordre- past in het algemeen kunsthistorische beeld van de jaren twintig. In heel Europa maken de vele stromingen van voor de Eerste Wereldoorlog plaats voor een nieuw realisme, waarin alleen nog sporen van de vroegere vormexperimenten bewaard zijn gebleven m.a.w. een terugkeer tot het bezonken realisme, waarin de schilder al het experimentele schijnt te hebben vaarwel gezegd om in een diepere vrijheid de grootste tragedies van de Hollandsche schilderkunst tot nieuw leven te wekken"
Ja, Sluijters laat niets gelegen liggen aan het surrealisme, futurisme, kubisme, dadaisme , cobra, maar schildert meer en meer naar de realiteit, naar wat hij waarneemt en ziet.
In 1931 liet Jan Sluijters zich in een interview ontvallen : het gaat in de schilderkunst om de verdeeling van de vlakken en lijnen, en wanneer het surrealisme evenals futurisme, uiting tracht te geven aan dat wat de kunstenaar in zijn onderbewustzijn  voelt, dan acht ik dat alleen aanvaardbaar, wanneer hij inderdaad die gevoelens als schilder behandelt "
Hier zegt hij dus dat deze stromingen persoonlijke ontboezemingen zijn, terwijl van de andere kant men werkte vanuit een bepaald manifest.
Tenslotte nog de laatste quote: de kunsthistoricus Henri Focillon :Je zou kunnen zeggen, dat in zijn borst twee zielen leven, die van de virtuoos en die van de dichter en het zou jammer zijn, als de eerste het van de tweede won, want de eerste is minder van kwaliteit. 
Dat is een standpunt vanuit de kunstkritiek. Toch ben ik geneigd voor zijn virtuositeit te kiezen aan de hand van de volgende portretten: 1. Staphorster boerin 2. Artieste 3. Tonia Stieltjes, 4. Kardinaal van Rossum
5. Meisje met pop 6. Neger met  bolhoed 7, Carel van Lier 8.W. de Sitter, 9. Willem Mengelberg 10. Greet Sluijters van Coten. 
Al deze gelukte weergaven van mensen doet me sterk denken aan het laatste hoofdstuk van mijn scriptie :de joodse kunst bij Jozef Israëls. Israëls beheerste dat onderdeel ook bovenmate.
Geniet, leef, weer een aimabel mens en ook een Medemens  Kunstboeken, lezingen, essays, rondleidingen j.j.jong@quicknet.nl
Alle goeds voor elke lezer
drsjjjong, artes admirans

Saturday 13 July 2013

Jan Sluyters, een kunstschilder van formaat

Iedere kunsthistoricus heeft zo zijn eigen voorkeuren.

Column nr 264 dd 13 juli 2013

Alles wat aan het internet of magazine is toevertrouwd of het nu over kunst gaat of over sport, is vluchtig. De lezer neemt het tot zich en op het internet verdwijnt het achter de horizon of het magazine of krant komt bij het oud papier. We discussieerden op de VU een keer over de houdbaarheid van kunst. Ja, sommige vormen zoals bijvoorbeeld de performance of tijdelijke zandsculpturen zijn maar een kort leven beschoren. Uniek is feitelijk dat we schilderijen en beelden hebben die talloze eeuwen oud zijn.
Olieverf en paneel en doek zijn instrumenten om creaties lang te laten voortbestaan. Van tijd tot tijd dient er wel onderhoud gepleegd te worden zoals bijvoorbeeld aan de Nachtwacht, Gezicht op Delft van Johannes Vermeer of het melkmeisje, maar dan kunnen die werken er weer een halve eeuw tegen aan.
Niet zo'n grote meester, maar wel een kunstschilder van groot formaat, was Jan Sluijters  ( 1881-1957). Een overzichtstentoonstelling in Singer Laren ( 2011-2012) liet zijn veelzijdige talent zien en vanaf die tijd prijkt er in mij studeerkamer een groot portret van Greet van Coten dat hij in 1912 schilderde. Dat schilderij bestaat niet meer. Het was uitgeleend aan een museum op een Duits waddeneiland en viel ten prooi aan een verwoestende brand. Eerder in deze column hadden we het toch over houdbaarheid en duur van kunst ?! Gelukkig is veel van zijn werk wel bewaard gebleven. Greet van Coten was zijn vrouw die  portretteerde met een grote zwarte hoed . Zij was veel in zijn atelier op de 4e verdieping aan het Olympiaplein 79 II-III te vinden om met Jan mee te denken en kritiek op zijn werk te leveren. Dat wilde de kunstschilder graag. In een strak regiem van 's ochtends negen tot 's middags vijf werkte hij aan zijn schilderijen. Dat was het tijd om de soos van Arti et Amicitiae op te zoeken om te kaarten of te biljarten en met de andere kunstenaars te converseren. De expositie die ik in 2012 in Laren met een collega bezocht ,ligt nog steeds vers in mijn herinnering vanwege de prachtige portretten van een Staphorster meisjes, Kardinaal van Rossum in zjn prachtige kardinaalgewaad en van Salomon Beffe en van de lezende vrouw, maar dat is onmiskenbaar zijn vrouw/ vriendin Greetje van Coten geweest. Even verrassend vond ik zijn landschappen en bosgezicht
De portretten van Willem Mengelberg, componist/dirigent en van prof. W. de Sitter, geven aan dat hij die discipline buitengewoon goed beheerste. Sluijters is in de kunstgeschiedenis wellicht wat onderbelicht gebleven. Deze column tracht hier wat aan te veranderen. Veel kunt u zien en lezen in het fraaie boek 
Jan Sluijters ( 1881-1957) uitgeverij Toth Bussum, uitgave Singer Laren, geschreven door kunstkenners als Jacqueline de Raad, Emke Raassen-Kruimel, Jan de Vries, Mieke van der Wal en Louise Wijnberg.
Kunstboeken? een gedeelte kunt u aantreffen a.s. donderdag 18 juli a.s. op de verzamelaarsmarkt op de Nieuwstraat in Schagen.Voor lezingen, rondleidingen, essays, taxaties j.j.jong@quicknet.nl
Geniet, leef, zing, dans, wees creatief en wees een prettig medemens.
drs jjj, artes admirans






Monday 8 July 2013

Opmerkelijk veel mensen actief met pen en penseel

Veel vrije tijdsbesteding in de beeldende creatieve vakken

column nr 263 dd 8 juli 2013

Het is in de kunst als net met sportbeoefening. Na veel gezwoeg en geploeter met steeds een doel voor ogen, slaat op een bepaald moment zomaar het succes toe. Je zag het bij Vincent van Gogh, bij Gustave Courbet, zijn voorganger, later bij Mondriaan en ook bij een schilder waarover in deze kolommen al diverse keren is geschreven: bij streekgenoot Dirk Breed. In diverse lezingen is hij voor het voetlicht gehaald en het blijkt dat zelfs mensen die dan zijn begonnen te schilderen en al iets in hun cursus hebben meegekregen van kunstgeschiedenis, regionaal, landelijk, Europees  dat deze regionale Westfriese schilder onbekend is. In museum OpZeeland te Kolhorn is een fraaie overzichtstentoonstelling van hem te zien. Enige biografische gegevens van Dirk Breed volgen hier : geboren in 1920 te Kolhorn en overleden in 2004 te Waverveen. Opleiding aan de Rijksacademie van Amsterdam. Daar leerde hij het vak van Prof. G.V.A. Roling, Heinrich Campendonk en Jaap Min. Hij exposeerde in 1964 in gemeentehuis van Bloemendaal, in 1965 en 1972 in Stedelijk Museum te Alkmaar en in 1985 in het Stedelijk te Amsterdam. en in 1997 in Westfries Museum te Hoorn en Museum Flehite te Amersfoort. In de lezing is zijn stijl omschreven als figuratief, neo kubistisch. Zijn kleurgebruik buitengewoon uitdagend, blauw en groen, naast soms rozerood.
Op de Zijper kunstroute  fietstocht troffen we een bescheiden ateliertje, waar een aantal dames hun werk lieten zien. Als je mensen die naar moderne kunst in de open ruimte uitnodigt om buiten de organisatie om te laten zien wat je al hebt gepresteerd na een aantal jaren, ben je op de goede weg. Een van de dames had tekentalent en was in staat redelijke portretten op het papier te zetten. Voor de rest was het schilderwerk miniem en valt er nog veel te doen voor de docent. 
Andere plaatselijke coryfeeën vind je in Kunst in Schagen. Met name moet je dan Tiny Bok, Arno Heiligenberg, Kerre de Graaf en Jolanda Germann noemen. Maar deze expressievelingen zijn alweer wat jaren bezig en oogsten al het nodige succes en in tegenstelling tot dat groepje aan de Grote Sloot dat schoorvoetend de eerste schreden zetten.
Kunstboeken, lezingen, essays, taxaties, rondleidingen j.j.jong@quicknet.nl
Geniet, leef, wees actief, zing, schilder, maak muziek, wees een aardig medemens
drs jjj artes admirans